
Wandelen in Damme, Tijl Uilenspiegel achterna
Op een steenworp van het historische Brugge, ligt midden de riante polders een schilderachtig middeleeuws dorp genaamd naar Damme. Het kreeg de naam mee van Uilenspiegelgemeente. Vanuit de levenslustige toeristische dorpskern kan men prachtige uitstappen ondernemen in het Brugse Ommeland en de nabijgelegen poldergemeenten.

Damme, een enig stukje Vlaanderen
De schoonheid van dit enig stukje Vlaanderen, die we reeds aanvoelden tijdens de Damse Vaart wandelroute, laat ons andermaal besluiten de sfeer in Damme op te snuiven. We kiezen opnieuw voor een wandeling die grotendeels haar verloop zal kennen langs de oevers van het Napoleonkanaal en de polderdorpen Oostkerke en Moerkerke. Het belooft een zonovergoten winterse dag te worden. In de vroege ochtend weerspiegelt zich een pril ochtendzonnetje op een wit gevroren achtergrond. Blijkbaar zijn we niet de enige die tussen het uitbundig tafelen en feesten door, nog eens vlug de overtollige calorieën willen afstappen.

Kunstenaars- en boekendorp
Het gonst er van de gezelligheid, na enkele mindere jaren is Damme duidelijk opnieuw een toeristische trekpleister. We kunnen er niet omheen, Damme illustreert zich tegenwoordig als een waar kunstenaars- & boekendorp. In ieder hoekje of steegje profileert zich wel ergens een idyllisch tafereel. Intussen vergapen we ons aan enkele sierlijke middeleeuwse gebouwen van het Huyse de Grote Sterre tot het gotische stadhuis uit 1464. Op het marktplein prijkt Jacob van Maerlant – den Dietschen dicht’ren vader. Maar als er één figuur onafscheidelijk is met Damme dan zal het toch wel ‘ Tijl Uilenspiegel‘ zijn. Overal is de geest van deze volkse figuur in Damme levendig … zelfs een bistro kreeg de naam toebedeeld, zonder Lamme Goedzak de veerboot die Brugge met Damme verbindt te vergeten.

Leven als Lamme Goedzak
De Lamme Goedzakboot brengt ons zo aan de Damse vaart en zijn tolhuisje. Aan de overkant wenkt de Schellemolen. De verhoopte verademing en kennis met het zogenaamde Napoleonkanaal kan niet uitblijven. We vangen een glimp op van het kanaal dat eertijds door Spaanse krijgsgevangen in opdracht van Napoleon Bonaparte werd uitgegraven. Bonaparte wou immers via een kanaal dat Brugge met Breskens zou verbinden, ontsnappen aan een continentale blokkade. Bij de val van de Franse keizer, reikte het kanaal tot in Hoeke en werden de werken gestaakt. Pas in 1858 werden ze hervat maar bij gebrek aan financiële middelen raakte het kanaal nooit verder dan Sluis.
Het traject langs de Romboutswervedijk die we volgen, dient niet onder te doen. We kijken immers uit op lagergelegen gronden die omstreeks 1200 tegen de zee beschermd werden. De bultige graslanden zijn er doorsneden door de Romboutswerveader en tal van afwateringssloten. Geen wonder dat hier vriesganzen op en af vliegen, want in de winterperiode is het een uitverkoren pleisterplaats. Een vogelkijkhut biedt de gelegenheid uit te kijken over het ganse gebied. Ter hoogte van het Verbrand Fort, een restant van een Frans verdedigingsfort ten tijde van de Spaanse Successieoorlog monden we uit aan het Schipdonkkanaal-Zuid. We krijgen het gezelschap van een trits schots en scheefse populieren als we in rechte lijn opstappen naar Oostkerke. Steevast kijken we uit over het muisstille winterlandschap. Aan de groene wandeling draven we de andere kant op, zei het dan langs het Leopoldkanaal.

Op naar één der mooiste dorpjes van Vlaanderen
Oostkerke is ongetwijfeld één der mooiste dorpjes van Vlaanderen. Het dorpscentrum met kleine witgeschilderde oude geveltjes weet ons te charmeren. Maar voor het zover is dwalen we nog wat rond het dorp met een inkijk op de prachtige dorpsmolen. De dorpsmolen van Oostkerke werd voor het eerst vermeld in 1336 en 1459 en was eigendom van de heren van Oostkerke. Daarom heette de molen in 1481 “myns heeren van sint Joris muelne“. In de schaduw van de prachtige St-Kwintenskerk houden we halt in “ de Knotwilg “, een gezellig eet- en speelcafé. De Damse Carrepannekoeken kunnen we ten stelligste aanbevelen.

De Heren van Oostkerke
De Sint-Kwintenskerk met haar stoere, platte toren wijst ons hierna de richting uit van de Spegelswegel en het prachtige kasteel van Oostkerke. Het kasteel gekenmerkt door een opperhof-neerhofstructuur vormde de historische residentie van de Heren van Oostkerke. De resten van de middeleeuwse neerhofgebouwen werden in de 19de en 20ste eeuw omgevormd tot een grote, pittoreske villa. In het midden van de 20ste eeuw liet de familie van der Elst de omgeving van het kasteel omvormen tot een prachtige architecturale kasteeltuin, weliswaar in volledige privé-eigendom.
Van de Stinker naar de Blinker
Voor we het allemaal goed en wel beseffen mondden we uit aan de Stinker en de Blinker. Ze vormen het Damse afwateringskanaal die het overtollige water van de Leie moest afvoeren. De bijnaam “Stinker” heeft zijn naam niet gestolen want het afgevoerde water was sterk vervuild geraakt door industrie en de vlasroterij. Gelukkig stinkt ‘ de Stinker’ niet meer vandaag. De waterloop zit vol vis. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de sifons gedynamiteerd door de Franse genie en niet meer hersteld. Ze werden afgesloten en de Damse Vaart aan weerszijden van de kanalen afgedamd. Deze operatie betekende het einde voor de Damse vaart als bevaarbare waterweg, behalve dan voor de Lamme Goedzak.

Een stiltegebied tussen de polders
Kilometerslang volgen we hierna het Schipdonkkanaal. Ons oog valt er op menig affiche van ’t Groot Gedelf die een halt toeroepen aan de verbreding van het kanaal. Een dossier die meer dan actueel is en waar broodnodig dient te worden opgetreden, willen we dit prachtig stuk natuur niet zomaar zien verdwijnen. Vanuit het stiltegebied midden de polders komt de heerlijke geur van koolzaad ons zo tegemoet. De lager gelegen meersen liggen er bijzonder nat bij. Aan het einder wenkt het piepkleine polderdorp Moerkerke. Zo ver komen we niet. We vangen enkel in de verte een glimp op van het kerkje, waarna het Onze-Lieve-Vrouwkapelletje van de Waterhoek ons de richting uitstuurt van de Platheule. Het is een riant polderlandschap sporadisch gekleurd met een boerderij en eeuwenoude afgeknotte treurwilgen.

Het krinkel de winkelende landschap
Het zou zowaar een gedichttitel kunnen zijn van Guido Gezelle. Krinkeldewinkel wandelen we verder door het oude kanaallandschap tot de middeleeuwse voorhaven van Brugge, met name Damme. Reeds van ver is de stoere platte toren van de Onze Lieve Vrouwenkerk te zien. Als een baken regeert de kerk immers over het dorp en zijn polderlandschap. Via de Damse stadswallen contourneren we de stad. Wat eigenlijk overblijft zijn lichtglooiende hellingen die nu dienen als akker of weiland.
Via de hoofdstraat met zijn gezellige eethuisjes en Huyse Sint-Jan bereiken we opnieuw Damme. In het oude godshuis werd het huwelijk tussen Karel de Stoute en Margaretha van York gezegend. Eenmaal het stadhuis voorbij laten we ons opgaan in het verhaal van Tijl Uilenspieghel , Nele (zijn vriendin ) en Lamme Goedzak ( zijn beste vriend ). Samen met de Geuzen trokken ze ten strijd tegen de Spaanse overheersers. Hier is Uilenspiegel allang geen volkse grappenmaker meer, maar een ware volksheld. Onze wandeling eindigen we met een laatste groene doorsteek langs de Damse verdedigingsgordel, voorbij de Kazematten , het Sint-Janshospitaal en uiteraard de O.L.Vrouwenkerk. Waarna we ons in het hartje van Damme settelen in de gezellige bistrobar Mout. Te midden van een brouwerij combineer je de eigen Damme bieren met culinair genot.

@ Tekst & foto’s Stefaan Bailleur


0 reacties
Mario Carton
Prima!
wandelverhaal
Hartelijk dank
VAN AALJULIEN
PRACHTIGE FOTOS PROFICIAT
wandelverhaal
Hartelijk dank voor de heerlijke woorden. Hiervoor doen we het 🙂