Sint-Sixtuswandelroute
Uncategorized

Ora et Labora

De slogan van stad Poperinge luidt: Poperinge, hoofdstad van het goede leven.  Een titel die ze enkele jaren terug met bravoure verdedigden als ambassadeur van Vlaanderen Lekkerland.  En laten we eerlijk zijn als je afzakt naar het uiterste hoekje van de Westhoek blijf je niet op je honger zitten.   Hier maak je telkens weer kennis met de ongeëvenaarde “couleur locale”.  Niet alleen van heerlijk streekbier tot Poperingse gerechten, maar evenzeer van een wandelverhaal die je leidt langs unieke Poperingse hoppevelden, rustige wandelwegen en pittoreske dorpskernen.

Het Poperingse Hoppeland

In de ban van ridder Witsoone

Op deze zonovergoten Nationale Feestdag, ergens verscholen tussen het Hoppeland en de IJzervallei, hebben we afspraak met het piepkleine Krombeke. Buiten de schattige Sint-Blasiuskerk tref je niet veel bezienswaardigheden aan in het oudste dorp van alle Poperingse deelgemeentes. Hier heerst bovenal de vrome rust en landelijkheid, die slechts sporadisch in het jaar doorbroken wordt. In juni wordt het kleine dorp het centrum van de Westhoek tijdens Krombeke Koerse, de uiterst volkse versie van het gerenommeerdere Waregem. In juli leeft het dorp in de ban van ridder Cornelius Witsoone met een groots Witsoonefeest en op 21 juli met de Witsoone-wandeltocht.

“ Lange tijd geleden op een zomerse dag verdwaalde ridder Witsoone in de donkere bossen van Krombeke. Reeds alle hoop opgegeven, na 72 uren rondzwerven en de uitputting nabij, hoorde hij plots de Angelusklokken luidden. Ridder Witsoone ging op het geluid af en kwam uiteindelijk in Krombeke terecht. Uit dankbaarheid schonk hij de arme bevolking van het dorp 72 ellen grond en gaf hij de opdracht elke avond de klokken van de Sint-Blasiuskerk 72 keren te slaan, gelijk aan het aantal uren dat hij verdwaald was in het bos. “

Een wereldvermaard stukje Hoppeland

Zodoende zou het “eikenkappers” dorp – de lapnaam voor de inwoners – in de loop van de dag een ongewone drukte etaleren. De plaatselijke Witsoonestappers hielden er immers hun jaarlijkse Witsoonetocht. Een wandeling waarbij we in het zog van Ridder Witsoone, genieten van een stukje Hoppeland en de bosrijke omgeving van de wereldvermaarde Sint-Sixtusabdij en haar overheerlijk trappistenbier.

Vanuit het Cultureel Centrum ‘ De Bampoele ‘ trekken we eventjes rond het Sint-Blasiuskerkje met ommuurd kerkhof. Veel stappen hebben we echter niet van doen om via de “ Graaf van Hoorn “ de landelijkheid in te duiken. Meteen genieten we met volle teugen van de groene romantiek van weidse valleien met prachtige hommelhoven, vrome kapelletjes en de onvergetelijke landschappen van het Hoppeland op de achtergrond. Slingerende wegels, schaduwrijke groene doorsteekjes en wiegende landerijen van maïs en tarwe laten ons een boogje rond West-Vleteren lopen.

Op weg naar Sint-Sixtus

Tot een aftands bord de heilige gronden van Sint-Sixtus aanduidt. Het laat ons stilstaan bij het feit dat de godvruchtige velden en weiden van de Sint-Sixtus abdijgemeenschap tijdens de Groote Oorlog een stukje onbezette Westhoek vormde. Toch stromen hier eind oktober 1914 talrijke Franse soldaten toe. Ze worden gekazerneerd binnen de muren van de abdij. Een kleine tekst uit het dagboek van broeder Victor spreekt boekdelen: “ Ons klooster en deszelfs koer levert het tooneel op van een groot bivack. Schildwachten voor de deur, soldaten die bij groote vuren in de open lucht zitten te beven van de koude. Panden, zolders, schuren, koestal, alles ligt vol soldaten. ’t Is oorlog, courage !!! “

 

In de schaduw van de abdij, ingebed in het Hoppeland, nodigt het landschap je uit even op adem te komen, stevige geurende grond te voelen onder je voeten. We dompelen ons onder in de stilte van de Paterhoek, waarna opzij het Pahilleke de vrome dreef van de Onze-Lieve-Vrouw van Lourdesgrot ons de richting aantoont van een eerste rust en de befaamde abdij.

Sint Sixtus abdij

Ora et labora

Het is nog veel te vroeg om het nobele hemelvocht uit West-Vleteren tot ons te nemen. Vervolgen onze weg langs het wandelnetwerk Hoppeland via fraaie wandelpaden die ons nu volledig onderdompelen in de Poperingse hoppestreek. Voor het eerst op ons traject maken we kennis met de intense teelt van de hopperanken. Honderden fladderende oranje zandoogjes vergezellen ons langs de fleurige bermen, terwijl de indrukwekkende gebouwen van de Sint-Sixtusabdij als een gestadige leidraad binnen het gezichtsveld blijven. Daar alwaar de monniken in hun wit-zwarte pij net pinguïns lijken en er een leven lang volgens “ Ora et Labora “ zoekend naar God, een stil en bescheiden leven leiden.

De Lovie, een fraai domeinpark

Op een fraaie manier tussen muren van hopranken zigzaggen we verder door het landschap tot de Kerselaar en ’t Vogeltjen. Het kleine Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt kerkje tussen een korenveld geprangd, heeft veel van haar grandeur verloren. Het vroegere klooster en schooltje zijn ondertussen met de grond gelijk gemaakt voor woningbouw. Het kerkje oogt troosteloos op zoek naar een nieuwe bestemming als cultuurcentrum. Moest Bruno van Merris, deken van Poperinge en stichter van het gehucht dit weten, hij keert zich in zijn graf. We stappen verder langsheen de Lovie, een begeleidingscentrum voor mensen met een verstandelijke handicap. De schaduwrijke wandelpaden voeren ons door het fraaie domeinpark en langsheen het desolate classicistische kasteel uit 1856. Hoogtijd dat vadertje staat met geld over de brug komt om het prachtige kasteel van de familie van Merris te restaureren. Het domein fungeerde vroeger als sanatorium voor langdurig zieken en sinds 1960 voelen mensen met een mentale handicap er zich thuis.

20160721_102048.jpg

Een heerlijk natuurdessert

Voorbij de typische “ Chinese Poort “, ruilen we dit uniek kasteeldomein voor de Sixtusbossen. Tijdens het stukje Canadabos krijgen we werkelijk een heerlijk natuurdessert van boswegen, graswegels en jonge aanplantingen met ons mee. Tussen het groen verscholen liggen de resten van een V1-lanceerinstelling, bestaande uit een afvuurplaat, twee dubbele schansblokken en een waterput. Iets verder aan een boom hangt een klein Mariabeeld, opgericht uit dankbaarheid omdat de buurt gespaard bleef van alle bombardementen. Ook hier zijn de sporen van een wrede eerste wereldoorlog nooit veraf. Een andere opmerkelijke verschijning langs het wandeltraject zijn de nestkoepels van de beschermde rode bosmier. Zelf vervolgen we onze weg op een nagenoeg rustige wijze langs de rand van het geboorte- en Bardelenbos. Jaar na jaar planten kersverse ouders hier een boompje voor hun jongste spruitje. De paden liggen er overwoekerd bij, bordjes wijzen ons op verboden toegang. Best frustrerend dat dit uniek stukje natuur aan het oog van menig natuur- en wandelliefhebber wordt onttrokken.

In de kantine van de plaatselijke hondenclub mogen we een laatste maal rusten, waarna een leuke weg geprangd tussen het golvende Hoppeland en de landerijen ons terug afzet in de dorpskern van Krombeke. Nog eventjes wat ‘stratenlopers‘ spelen, want we moesten toch de aankomstzaal zien te bereiken na een wandeling die een en al geschiedenis uitademende.

Het wandelverhaal eindigen doen we in de omgeving van de Sint-Sixtusabdij en meer bepaald “In de Vrede”.  Dank Jan Baptist Victoor omdat je hier in 1814 de eenzaamheid kwam opzoeken en in 1831 in opdracht van de trappisten van Catsberg een trappistenklooster bouwde. De pater van West-Vleteren ooit uitgeroepen tot beste bier ter wereld is dan ook een hemels afrodisiacum.

@ Tekst & foto’s Stefaan Bailleur

Wil je op de hoogte blijven van de laatste wandelverhaal updates ? Volg me via Facebook , Instagram en Twitter 

Laat een antwoord achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

%d bloggers liken dit: