
5x wandelen in Aalst
Kennen jullie “Vlaanderen Wandelt” het wandelevent waarbij wandelaars massaal de stapschoenen aanbinden om te gaan wandelen? Neen! Kruis zondag 30 april met stip aan in jullie agenda. De tweede editie kiest dit jaar met Aalst en Aarschot voor twee gaststeden. Wandelen is meer dan ooit populair. Er gaat geen week voorbij of je leest erover in de plaatselijke en nationale media. Laatst nog op de nationale Tv-zender. Daar bleek “ meer bewegen “ en “ gezonder leven” de belangrijkste redenen te zijn om te gaan wandelen. Dus kan ik alleen maar oproepen om met zijn allen de laatste zondag van april te gaan stappen.
Iedereen kent Aalst Carnaval met zijn voil jeannetten. Maar de Ajuinenstad is zoveel meer. Graag geef ik je vijf redenen mee, waarom je Aalst niet aan je mag laten voorbijgaan als het op wandelen aankomt.
De rijke geschiedenis.
Het centrum van Aalst is rijk aan historische bezienswaardigheden. Denken we maar aan de Grote Markt met zijn Oud Schepenhuis, het Belfort met een van de oudste beiaarden van België, de Borse van Amsterdam en het Gebiedshuisje. Op de oude Vismarkt kan je een gratis bezoek brengen aan het stedelijk Museum ’t Gasthuys. Het museum vertelt het verhaal van een stad en haar regio, haar rijke Aalsterse carnaval geschiedenis en haar bekende figuren.

Van Louis Paul Boon tot Priester Daens
Je komt niet alleen langs de boeiendste en fijnste plekjes van de oude stadskern. De uitgestippelde wandelroutes volgen immers de sporen van illustere bekenden zoals Priester Daens, schrijver Louis Paul Boon, schilder-kunstenaar Valérius De Saedeleer. Dompel je onder in het verhaal van Ondineke, het brutaal en ambitieus arbeidersmeisje, dat met haar ouders en broertje in het gehucht Ter Muren woont. Je herkent meteen “ de Kapellekensbaan “ het meesterwerk van Boon.
De prachtige Dendervallei
In het voorjaar is de Dender op zijn mooist. Met de Wellemeersen en de Kapellemeersen ontdek je een flinke brok natuur. Je vindt er een enorme verscheidenheid aan fauna en flora. Het Osbroek vormt samen met het stadspark de groene long van Aalst. Eenmaal de oude stadskern uit, duiken de langere afstanden het uniek natuurgebied van de Gerstjens in. Het parklandschap, de grachten, de kasteelwallen, de waterpartijen en enkele exotische mammoetcipressen vormen er de eyecatchers.
De Leirekensroute
Op de oude spoorwegbedding die Aalst met Londerzeel verbond, hoor je nog de vogeltjes tjilpen en de wind ruisen. De naam Leireken komt vermoedelijk van de machinist Valère ( Leire in de volkstaal ) die samen met Kamiel actief was op lijn 61. Deze verklaring komt van Maria Van Assche uit Londerzeel.
Het Brandweermuseum
Een bezoek aan het brandweermuseum mag niet ontbreken. Het herbergt een unieke collectie van brandweeritems uit binnen- en buitenland. Kinderen maken op een speelse manier kennis met alle aspecten van de tot de verbeelding sprekenede wereld van de brandweer.

Je zal merken dat Aalst méér in petto heeft dan carnaval vieren.
© Tekst Stefaan Bailleur © Foto’s Toerisme Aalst

