
Kruwers en duinlopen in Oostduinkerke
Oostduinkerke wordt al decennia lang geassocieerd met de vissersfolklore. Het bewijs daarvan is zeer levendig met het Nationaal Navigo vissersmuseum. Ook de door Unesco tot werelderfgoed uitgeroepen stoere binken – die in hun knalgele jekkers op de brede rug van kolossale paarden nog op ambachtelijke wijze garnalen kruien – dragen mee tot de troeven van de gemeente. Garnaalvissers te paard en onze Noordzee heb ik vandaag niet gezien in Oostduinkerke. Wel een fascinerend wandelverhaal langs de talrijke natuurgebieden die de kustgemeente rijk is. Reeds bij mijn aankomst bleek dat deze dag zou uitmonden op een geslaagd wandeluitje. Het behaaglijk weer bracht me meteen in ‘the mood’ voor een flinke portie wandelplezier.
Ik vat de wandeling aan ter hoogte van de duinengordel Witte Burg en de residentiële woonwijk van Sint-Andre. Tussen een kakafonie van kleine, middelgrote en immense villa’s zocht ik mijn weg met zicht op een groot deel van de kustlijn en Oostduinkerke Bad. Net voor de woonkern hees het Witte Burg wandelpad zich verder tussen de fijne duinengordels en het strand. Al lag de Noordzee hier voor het grijpen, halsstarrig liet ik de zilte lucht van de watergetijden aan me voorbij gaan. Stelde me tevreden met de schoonheid van het groot duinenmassief, waarbij kleine strooiselbegroeiing en bermen van mos mijn aandacht trokken. Tussen de fleur en kleur van het mos ontwaar ik kleine aangespoelde schelpjes van slakken. Er leven wel verschillende soorten op het wad en op de bodem van de Noordzee.
Ter hoogte van het vakantiehuis de Peniche moest ik derhalve maar de drukke kustbaan en tramlijn dwarsen om mijn wandelverhaal verder te zetten. Aan de rand van het prachtige natuurgebied De Doornpanne, leent het bezoekerscentrum zich perfect tot enige natuur- en waterwinningseducatie. We hebben pech, op zondag is het gesloten. Meteen maar op naar de Doorpanne zelf , waarbij een gezellig grindpad me doorheen een uniek stukje natuurreservaat en waterwinningsgebied brengt. De Doornpanne is het derde grootste duinenmassief van onze Westkust en scheidt in feite Koksijde met Oostduinkerke . Het gebied is bijzonder waardevol omdat men er uiteenlopende duinentypes aantreft. Nadat ik me in de richting van de uitgang worstel doorheen het mulle zand , maak ik kennis met enkele grazers in de duinen.
Mond naderhand uit in Koksijde dorp. Net buiten de dorpskern schittert de Sint-Pieterskerk als een parel van neogotiek. Op het kerkhof liggen ietwat verrassend 123 Franse militairen begraven. Overwegend kruisgraven met hier en daar een Arabisch grafzerk sieren het perk. Onder hun vooral Zouaven van de Division Grosetti en marine fuseliers van de brigade Ronarch. Allen sneuvelden op het slagveld van de eerste wereldoorlog tussen Diksmuide en Nieuwpoort. Ik neem de tijd voor een rust in de plaatselijke staminée. Wat hierna volgde was pure klasse. Op magistrale wijze loodste het IJslandvaarders wandelpad me naar de Hoge Blekker. De naam van de wandeling werd gegeven ter herinnering aan de “IJslandvaarders”, die vanaf 1849 voor hun broodwinning op de vaart naar IJsland aangewezen waren. De opmerkelijke stuifduin met zijn 33m is meteen de hoogste duintop van onze kuststrook. Mijn wandelknokken zullen het geweten hebben. Verrukkelijke zandpaadjes afgewisseld met kronkelende wegen langs duinstruwelen , bosjes en enkele oude vissershuisjes brengen me naderhand naar de Noordduinen. Midden het 73ha groot duinengebied bots ik op het museum Ten Duinen en de mooie Zuid-Abdijmolen.
Genietend van de immense stilte vervolg ik kriskras het wandelverhaal. Tref andermaal Koksijde dorp op mijn weg . Uitkijkend op de oude legerbasis van Koksijde, deint de wandeling stilaan naar het einde. De natuur van het open polderlandschap neemt hier opnieuw de bovenhand. Om zo met een bewonderend oog voor de fraaie Sint-Niklaaskerk met het grote Christusbeeld het einde te bereiken van deze puike wandeling aan zee.
@ Tekst en foto’s Stefaan Bailleur
Volg me verder op Instagram en Facebook voor je dagelijkse portie wandelverhaal.

